Leva, een goedhartige jonge dichter, woont en werkt op een bouwplaats aan de rand van een stad. Hij droomt ervan om naar de stad te verhuizen, waar hij zich wil inschrijven aan de universiteit. Leva ontwikkelt gevoelens jegens een van zijn collega's, maar houdt ze voor zichzelf. Totdat hij begint te geloven dat de genegenheid misschien wel wederzijds is.