Lady Althea, de dochter van graaf Roderrick, houdt van hertog Eduardo. Eduardo besteeg de troon na de dood van zijn vader en regeert het hertogdom met de hulp van zijn kanselier Orsini. Maar de jonge hertog staat onder de verschrikkelijke vloek van een tovenaar die Eduardo's vader levend had begraven: hij verandert elke nacht in een afschuwelijk monster en pas 's ochtends krijgt hij zijn menselijke trekken terug. Het is een vreselijke schok voor Althea als ze Eduardo's geheim ontdekt, maar ze blijft hem trouw.