Het is 1950 en een Engels echtpaar, Louise en Michael, is aangekomen in het door Frankrijk bezette Indochina om een verhaal te vertellen over een rubberplantage in Franse handen. Zij zullen de gasten zijn van de raadselachtige plantageopziener Daniel en zijn mooie maar lastige dochter Viola in hun elegante, vervallen villa midden in een tropische jungle. Michael en Louise hopen dat een tijdje werken op een exotische locatie de passie in hun mislukte huwelijk weer zal aanwakkeren. In plaats daarvan raken ze onbewust betrokken bij de persoonlijke, seksuele en politieke spanningen van hun gastheren. Daniel probeert wanhopig vast te houden aan een manier van leven die niet langer mogelijk is in een land dat strijdt voor onafhankelijkheid, waardoor hij niet alleen in conflict komt met zijn dochter, maar ook met zijn geadopteerde land.