Tika woont samen met haar vader TiTa Tovenaar in een luchtkasteel hoog boven de wolken. Haar vader is een grote, verstrooide tovenaar en heeft een toverboek met spreuken. Ook brouwt hij allerlei eigen brouwsels. Hij heeft één beperking: hij kan geen aardbeien (zelf noemt hij ze aardbeziën) in kamelen veranderen, maar bijvoorbeeld wel in dromedarissen. Tika leert ook toveren van haar vader, maar dat lukt maar gedeeltelijk door de verstrooidheid van haar vader. Wel kan ze, als ze in haar handen klapt, alle mensen op Aarde stilzetten als een standbeeld. Als ze opnieuw in haar handen klapt, komen ze weer in beweging en denken ze dat ze hebben geslapen.