Al snel na de eedaflegging blijkt dat de nieuwe koning onvoldoende ervaring heeft, ondanks steun van kabinetschef Jacques Van Ypersele de Strihou. Koning Albert II wordt beschouwd als een overgangsfiguur. Maar dan komt het land in de ban van de verdwenen en vermoorde meisjes, Julie en Mélissa en An en Eefje. In de verontwaardiging nadien, die uitloopt in de Witte Mars, staat Albert plots op als een man met gezag, met wie de politiek rekening zal moeten houden...